De christelijke muziekvereniging “Soli Deo Gloria” (“Aan God alleen de eer”), Zaandam is opgericht op 29 juni 1899 als afdeling van de Christelijke Jongelings Vereeniging “Hebt de Waarheid en den Vrede Lief” (Zach. 8:19b), die zelf weer de in 1868 opgerichte afdeling Zaandam was van het Ned. Jongelings Verbond. De Chr.Jong.Ver. Zach. 8:19b had haar domicilie aan de Langestraat in Zaandam, in het gebouw van de Vereeniging ter verbreiding van de Waarheid.
De oprichter van Soli was (wijlen) de heer J.Brand, die overigens nooit een instrument heeft bespeeld; hij was destijds als voorzitter een van de stimulerende krachten achter de jongelingsvereniging. Hij vond dat de leden een en ander moesten doen om leven in de vereniging te krijgen en te houden, en richtte een muziekgezelschap op, dat 12 leden telde. Dat waren J.de Carpentier, M.de Carpentier, A.de Carpentier, K.de Carpentier, D. Klokman, G.Dekker, P. Stolp, S. Kuyper, G.de Ridder, J. Polderman, M. Does en E. Groot.
Het doel van de muziekvereniging was “zoveel als in haar vermogen ligt mede te werken tot den bloei der Chr. Jongel. Ver. Zach. 8:19b”, en de vergaderingen en propaganda-activiteiten e.d. van de JV met muziek opluisteren, en eventueel de zang begeleiden. Men kon pas lid worden van de muziekvereniging als men ook lid was van de JV, en instemde met de “grondslag”. De oprichtingsstatuten spreken van een contributie van 10 cent per week. Te laat op de repetitie komen werd beboet met 5 cent per keer, en wegblijven van de repetitie zonder reden liet je wel uit je hoofd: daar stond zelfs een boete op van 10 cent, een kapitaal in die tijd!
Naar instrumenten moest enige tijd gezocht worden. De heer Brand zocht contact met de fabriek Ansingh in Zwolle die instrumenten vervaardigde en kreeg voldoende “hout” en “koper” in huurkoop om te kunnen beginnen. Eerste dirigent werd Jan Does. De eerste repetitie vond plaats op 4 augustus 1899 in de “Bewaarschool Parkstraat” (huur f 30 per jaar). Ook word melding gemaakt van repetities die plaats vonden bij het schijnsel van een walmende petroleumlamp in een schuur van de Wed. De Carpentier aan het ‘Prinsenpad’. De eerste uitvoering vond al plaats op 13 maart 1900 op de openbare vergadering van de Jongel.Ver. in haar gebouw aan de Langestraat. Nadat de schuld was afbetaald, trad de heer Brand af als voorzitter, om zich met ander werk in de vereniging te bemoeien. Het bestuur bestond toen uit: J.de Carpentier- president, S.Kuyper-secretaris, E.de Ridder- penningmeester en M.de Carpentier-algemeen adjunct.
Bron: W. Bergwerf